vrijdag 3 juni 2011

De reis: de eerste cyclus

voor een overzicht van de gebruikte kaarten in dit artikel klik op "Rider Waite" in het linkermenu.




DE DWAAS

We beginnen onze reis bij de 'De Dwaas'.
We zien een jongeman in mooie, gekleurde kleding. Hij gaat vrolijk, bijna huppelend door het leven. Niet gehinderd door enige kennis stapt hij onwetend op de afgrond af die zich voor zijn voeten bevindt.
Naast hem springt een wit hondje dat het instinct symboliseert. Het instinct, (waar de Dwaas blindelings op vertrouwt), waarschuwt hem op tijd zodat hij niet de afgrond in valt. Over zijn schouder draagt hij een stok met een bundeltje eraan, dat staat voor zijn onaangeboorde kennis.
De Dwaas symboliseert de onschuld, de levensvreugde, eigenlijk het kind in ons.
Het is de geboorte van iets nieuws, het begin van een avontuurlijke reis.
De Dwaas kun je vergelijken met een jonge hond, een puppy, dat voortdurend in beweging is. Springend en snuffelend aan alles wat hij tegen komt. Hij weet nog niets, dus alles is nog een avontuur. Hij bekijkt alles met een open, onbevooroordeelde geest.
Die staat van zijn, waar wij als volwassenen zoveel moeite voor doen om te bereiken, namelijk de lege geest, heeft De Dwaas al van naturen. Hij kent geen gevaar. Niet vanwege zijn moed, maar simpelweg omdat hij niet weet wat dat is.
Streven: aan het einde van zijn reis is "De Dwaas" veranderd, gelouterd, en heeft hij de wijsheid verkregen waarnaar hij op zoek was. Dan is de Dwaas een wijze Dwaas geworden.
De kunst is, om eenmaal in het bezit van de volwassen wijsheid, de natuurlijke bescheiden houding van de onwetende Dwaas te bewaren.



I DE MAGIER
De Animus (het mannelijke deel in de psyche)

De Dwaas heeft geen nummer, omdat hij geen vaste plaats heeft.
De Magiër daarentegen is de nummer 1. De scheppende kracht die ontstaat uit de leegte van de nul ( het niets).
Samen met De Hogepriesteres vormt hij de hemelse ouders van De Dwaas.
De Magiër ontvangt zijn energie van boven en laat die werkzaam zijn op aarde. De lemniscaat boven zijn hoofd toont de voortdurende wisselwerking tussen het hemelse en het aardse. Op de tafel voor hem liggen de symbolen van de Tarotseries; Staven, Zwaarden, Kelken en Munten (pentakels), de vertegenwoordigers van de vier elementen Vuur, Lucht, Water en Aarde. Elementen waaruit volgens de oude geschriften de hele schepping is opgebouwd. De Magiër is de meester, hij die het initiatief neemt. Hij zet de materie naar zijn hand. Hij heeft een hoger doel, namelijk verbinding met hogere en lagere tot stand brengen. De rode rozen op de kaart staan voor goddelijke liefde en de witte lelies staan voor een reine ziel.
Samen met de Hogepriesteres belichaamt hij de oerpolariteit van het mannelijke en het vrouwelijke, op hemels niveau, d.w.z. in de wereld van de ideeën. Ze symboliseren samen de beide polen van de dualiteit waarin de wereld voor ons verdeeld wordt, zoals:
  • mannelijk-vrouwelijk
  • streng-mild
  • constant-veranderlijk

Die dualiteit zien we ook in de twee wegen die naar inzicht leiden; de magische (Magier) en de mystieke (Hogepriesteres) weg. Dit principe komen we weer tegen in de bejegening van de natuur: ingrijpen of aanpassen. De Magier symboliseert het solaire bewustzijn.



II De HOGEPRIESTERES
De Anima (het vrouwelijke deel in de psyche)

Zij is de hemelse moeder van de Dwaas. De Yin-kant, zo je wilt, van het Yin/Yang-principe.
Zij staat voor het passieve of afwachtende element.
Zij is in blauw en zilver gehuld en draagt op haar hoofd een kroon met daarop de drie maanfasen. Zij zit tussen twee pilaren die ook weer de oerpolariteit symboliseren; licht en donker, dag en nacht, bewust en onbewust.
Omdat beide kanten evenveel voor haar betekenen zit zij in het midden. Zij kiest geen kant en oordeelt niet, maar weet dat beide polen samen tot heelheid voeren.
De Hogepriesteres verstaat de kunst van het-laten-gebeuren en is zich bewust van de heelheid die pas ontstaat als licht en donker zich vermengen.
Deze diepe wijsheid komt tot uitdrukking in het boek van (innerlijke) kennis dat op haar schoot ligt. Zij vertrouwt op haar intuïtie en symboliseert het lunaire bewustzijn.
In de zonnekracht van de Magiër zijn dingen helder en duidelijk te herkennen, maar verdwijnen andere dingen in de schaduw. Het licht van de maan is echter het geschiktst om de schemergebieden van het voelen, het vermoeden en de droomwereld te onderzoeken. Wanneer ons 'dagbewustzijn' zich als het ware in een 'schemertoestand' bevindt.




III De KEIZERIN
De moederfiguur

Samen met de Keizer vormt zij het 'wereldlijke/aardse ouderpaar' van de Dwaas.
Zij is het archetype van de moeder of ook wel 'moeder natuur'. Ze is omgeven door een korenveld op de voorgrond en een bos op de achtergrond. Achter haar stroomt een waterval. Als moeder staat zij voor vruchtbaarheid zoals wordt gesymboliseerd door de granaatappels op haar gewaad. Op haar schild staat het symbool van Venus, symbool voor liefde).
De twaalf diamanten op haar kroon verwijzen naar de maanden van het jaar, waar zij als moeder natuur heerseres over is.
De Hogepriesteres symboliseert het maagdelijke, de Keizerin de energieke moeder, vol van leven.
Het getal drie van deze kaart is het getal van samenvoeging en harmonie. Het is het logische gevolg van de dualiteit van twee.
De Keizerin staat voor de wilde, creatieve natuur, het lichamelijke en is soms ook grillig. Zij is de Grote Moedergodin, de bron van alle leven.




IV DE KEIZER
De vaderfiguur

De wereldlijke/aardse vader van de Dwaas is in bijna alles de tegenpool van de Keizerin.
Hij belichaamt structuur, helderheid en werkelijkheid.
Waar de Keizerin natuur is, is hij cultuur. Commanderend en statig zit hij op zijn vierkante (symboliserend de 4, het aardse) troon met ramskoppen (symbool van Mars). In zijn rechterhand draagt hij het Egyptische Ankhteken oftewel het levenskruis.
De Keizer is creatief op het materiele vlak. Hij bouwt, verandert, breekt af. Hij is een voorstander van de 'maakbare maatschappij', houdt niet van de grilligheid en onvoorspelbaarheid van de natuur en wil die inperken.
Maar ook daar zit een positieve kant aan, bijvoorbeeld als er dammen gebouwd moeten worden om overstromingen het hoofd te kunnen bieden. Hij is eerlijk en betrouwbaar. Aan de ene kant kan hij een onbuigbare tiran zijn, aan de andere kant een machtige bondgenoot.
Sleutelwoorden voor de Keizer zijn: wilskracht, autoriteit, zelfbeheersing, overwinning en volharding.





V De HOGEPRIESTER/DE PAUS.
De opvoeding van de Dwaas

Het woord "Hierophant" heeft een Griekse oorsprong en betekent 'Hij die de heilige dingen leert'.
De kaart wordt ook wel de Paus genoemd.
De sleutels aan zijn voeten symboliseren het besloten mysterie en de drievoudige kroon, het drievoudige kruis en de drie kruizen aan de voorkant van zijn gewaad zijn tekenen van zijn zeggenschap over de drie-eenheid van lichaam, ziel en geest of ook hemel, aarde en hel.
Het thema van deze kaart, opvoeden/onderwijs lijkt op het ontwakende bewustzijn van het kind dat voor het eerst 'ik' zegt tegen de voor zijn ogen langzaam manifesterende buitenwereld.
De kaart staat voor een periode waarin de held van het verhaal, 'De Dwaas', een geweten begint te ontwikkelen. Goed van kwaad leert te onderscheiden. De zegende hand van de Hogepriester verbeeldt het vertrouwen in God dat de Dwaas hard nodig zal hebben op zijn reis. Tegelijkertijd staan de gestrekte vingers en de duim voor het zichtbare, het openbare, terwijl de gekromde vingers het verborgene, het transcendente weergeven.
Samen staan de vijf vingers voor de zin, kwintessens, de kern van de zaak.
Het is dus belangrijk dat de avontuurlijke reis zowel door de uiterlijke als door de innerlijke wereld kruist, de bewuste en de onbewuste wereld.
Hij is de mannelijke tegenpool van de Hogepriesteres.
De Hogepriester staat voor de uiterlijke kant van de religie; de Hogepriesteres voor de innerlijke kant.
De kerk stond in de middeleeuwen voor de ' opvoeding' van de mensen. De kerk bepaalde wat wel en niet mocht.





VI DE GELIEFDEN
De keuze/beslissing van de Dwaas

Een man en een vrouw, te vergelijken met Adam en Eva in het paradijs, staan bij de levensboom en de boom van kennis van goed en kwaad. In het midden de zegende aartsengel Raphael. De no. 6 symboliseert (net als twee) spanning en besluiteloosheid. Deze kaart staat voor het maken van een belangrijke keuze.
Op oudere kaarten staat een jongeman tussen zijn moeder en zijn geliefde. Een keuze moet worden gemaakt tussen de veilige, bekende, verzorgende wereld (de moeder) met geen verantwoordelijkheid en het avontuurlijke onbekende wat het nemen van de eigen verantwoordelijkheid inhoudt. Er moet voor de eerste keer een beslissing genomen worden die van invloed is op de rest van je leven. Maar wat je ook besluit, het moet uit vrije wil en van harte zijn!
Men staat op een tweesprong en het doel kan niet anders zijn dan volledige toewijding aan hetgeen dat gekozen is.





VII DE ZEGEWAGEN
Het vertrek van de Held/De ontwikkeling van het ego

De keuze is gemaakt. De jongeman verlaat zijn geboortehuis en trekt de wijde wereld in.
De tijd is aangebroken om volzelfvertrouwen het leven te gaan ervaren en te ontdekken. Hij heeft duidelijk afscheid genomen van het veilige geborgen leventje bij ouders thuis en hij weet dat dit de goede keuze was. De stap naar volwassenheid is gezet.
Met al zijn lichamelijke kracht moet hij de twee sfinxen, die in tegengestelde richting trekken, onder controle proberen te houden. De zwarte en de witte sfinx staan voor dualiteit, tegengestelde krachten die in evenwicht moeten worden gebracht.
Zijn vastberadenheid is ontembaar en hij heeft een houding van:” wie er voor mijn voeten loopt, die krijgt een schop”. Niets of niemand kan deze held op andere gedachten brengen. Hij zal en wil zijn doel bereiken!
Deze kaart staat voor zelfontplooiing en de lange weg die we hierin nog te gaan hebben. Het is een kaart van het ego dat op\het levenspad ontwikkeld wordt.
De opgave op de weg naar zelfontplooiing is het verenigen van tegengestelden. Deze tegengestelden komt de Dwaas vaak tegen wanneer hij de volwassen leeftijd bereikt heeft.
De Dwaas moet zijn leven gaan opbouwen; hij moet bepaalde dingen bereiken in zijn leven, bepaalde doelen nastreven. Hiervoor is daadkracht en vastberadenheid voor nodig. Voor de buitenwereld kan het lijken alsof hij over lijken gaat om zijn doelen te bereiken




VIII GERECHTIGHEID
De rijping

Deze kaart stelt het gerijpte ego voor, het tot volle volwassenheid gekomen individu.
Hij heeft ervaren dat hij op zijn levensweg zal oogsten wat hij gezaaid heeft. Hij krijgt wat hij verdient.
In haar rechterhand houdt ze het zwaard geheven als om een oordeel te vellen en te voltrekken. De rechtervoet is zichtbaar, evenals de rechterkant van de troon.
Recht en gerechtigheid heeft betrekking op de rechterkant, de kant van de ratio, het bewuste.
Het gaat hier om weloverwogen beslissingen die je maakt op volwassen leeftijd om op verstandige oordelen te komen op basis van objectiviteit.
De nadruk ligt op de rechter, rationele kant.
Gerechtigheid ligt tussen de Zegewagen en de Heremiet, onbezonnen ego en het terugtrekkende ego. Gerechtigheid is een balanskaart, een kaart van karma.
De Dwaas is aangekomen in een tussenfase in zijn leven.
Het gaat om verantwoordelijkheid, verantwoordelijkheid nemen en kritisch verstand. Het gaat om onderscheidingsvermogen (gesymboliseerd door het zwaard) en afwegen (gesymboliseerd door de balans).
De Dwaas moet zijn handelen verantwoorden en verantwoordelijkheid nemen voor zijn daden/acties. De Dwaas kan deze verantwoordelijkheden niet meer uit de weg gaan en zich overal achter verschuilen. De Dwaas heeft nu een gerijpt ego.
Hij is nu een “man van de wereld”.

De Dwaas heeft zijn plek gevonden in de wereld en heeft het nodige bereikt. Hij kijkt over zijn schouder terug op zijn leven tot nu toe en voelt dat dit toch niet alles kan zijn wat het leven te bieden heeft. Hij ervaart een zekere leegheid.





IX DE HEREMIET
De oude wijze


De dwaas is beland bij de Heremiet.
Die staat op eenzame hoogte afgebeeld.
De Dwaas heeft zich teruggetrokken, om bij zichzelf te raden te gaan.
Hij richt zijn blik inwaarts. De kaart staat symbool voor het terugtrekken uit het normale bestaan.
Deze fase is nodig voor een volledige bewustwording.dit is een fase van inkeer en bezinning.
Op deze plek ziet de Dwaas wie hij werkelijk is, los van zijn ouders, opvoeding, familie, en vrienden.
De stilte van de afzondering, is nodig om te zien wie we in werkelijkheid zijn.
Het gaat om het horen van de innerlijke stem.
En dat kan alleen gebeuren als we naar binnen gekeerd zijn.
De capuchon van de Heremiet beschermt hem van invloeden van buitenaf, en dragen bij tot zijn afzondering in stilte.
Hij zoekt naar de antwoorden op de vragen die hem bezig houden.
Alle uiterlijke schijn van de voorgaande kaarten komt nu niet meer van pas. Hij is nu alleen met zichzelf.
De afzondering, geen contact met de buitenwereld, maakt dat het onbewuste gaat spreken.
De prikkels van buitenaf die ontbreken, komen nu uit het onbewuste.





X HET RAD VAN FORTUIN
De roeping

De Dwaas is aangeland bij het Rad. Dit is de omwenteling.
Het is tijd om het roer om te gooien. Deze wenteling van het lot brengt iets nieuws voort.
Je kunt de omwenteling van het Rad zien als de omwenteling van een jaar. De vier dieren op de kaart stellen de vier cardinale tekens van de dierenriem voort, waterman, stier, schorpioen (slang) en leeuw.
Deze omwenteling bevalt het ego niet. Het ego is gewend aan een vaste structuur.
Een belangrijke fase op het pad van de Dwaas is aangebroken. Het is een verandering van het bewustzijn. Deze zal naar binnen worden gekeerd i.p.v. naar buiten.
Dit is een omwenteling van een naar buiten gericht zicht naar een naar binnen gericht zicht.
Het Rad maakt een omwenteling naar de " onderwereld" van de menselijke geest, naar het onbewuste wat al die tijd verborgen is geweest. Het pad leidt naar "de diepten van de nacht".
De beestachtige figuur op de kaart staat voor de onderontwikkelde geest.
De vier wezens op de kaart hebben allen een boek. Er moet nog veel geleerd worden op het pad van de Dwaas.
Deze fase geeft aan dat op het fysieke vlak (de buitenwereld) niet meer te halen valt. De Dwaas heeft een hoger doel verdiend, progressie naar hogere sferen.
Het Rad is een overgangsfase, een drempel die moet worden overgestoken.






























Geen opmerkingen:

Een reactie posten