vrijdag 3 juni 2011

Nogmaals het individuatieproces

de complementaire kaarten

1-19
I, de Magiër staat symbool voor de animus in de mens, de mannelijke kant. XVIIII, de Zon staat ook symbool voor het mannelijke, naar buiten gerichte, actieve principe.
Thema: het mannelijke principe

2-18
II, de Hogepriesteres staat symbool voor de anima, het vrouwelijke principe in de mens. XVIII, de Maan staat symbool voor het vrouwelijke, passieve, naar binnen gerichte principe.
Thema: het vrouwelijke principe

3-17
III, de Keizerin staat voor de moeder, het moederlijke principe. Zij heeft een natuurlijke, losse manier van opvoeden. De Keizerin is begripsvol. Zij staat symbool voor groei en vruchtbaarheid, op lichamelijk niveau. De Ster, kaart 17 staat ook voor vruchtbaarheid en groei, maar dan op geestelijk niveau. Het water, de Ibis-vogel symboliseren dit. Op de Marseille-versie van de Ster is de figuur op kaart zwanger. De figuur op de kaart is naakt, zij heeft het ego afgeworpen (de kleding staat symbool voor het ego). Het ego staat de ontwikkeling (geestelijke groei) niet meer in de weg.
Het water op de Ster, betekent groei, het begin van nieuw leven.
Thema: groei en vruchtbaarheid.

4-16
De Keizer staat voor het archetype van de vader. Hij heeft een strenge manier van opvoeden. Het is een starre figuur die regeert met strakke hand. De Keizer zorgt voor orde, structuur, overzicht en stabiliteit. Bij de Keizer komt geen gevoel om de hoek kijken. In de Waite-versie staat de Keizer afgebeeld in een harnas, wat staat voor niet flexibel, niet beweeglijk.
DeBliksem op De Toren breekt die starheid af, die ivoren toren, het mannelijke niet-flexibele wordt afgebroken. Bij de Keizer is er geen sprake van beweeglijkheid. Wanneer een brug niet flexibel wordt gebouwd, breekt hij af na een harde wind. De oude structuren, gesymboliseerd door de Keizer, waar het ego zich aan vastklampt, worden in de Toren afgebroken (bliksemflits). De bliksemschicht kan staan voor een inzicht, het consolementum, de gnosis. De bliksemschicht krijgt de kans zich te manifesteren omdat het ego in "de Dood" is "vernietigd".
Zolang het ego nog te veel op de voorgrond treedt, blokkeert het de weg tot geestelijke ontwikkeling. Het ego moet minder op de voorgrond treden ("uit de weg geruimd worden", kaart XIII).
Thema: het mannelijke principe (levert in.)

5-15
De paus staat voor de uiterlijke leer/dogma's. De twee figuren op de kaart worden geknecht, net als de twee figuren op kaart 15.
De Paus is gelinkt aan de Duivel (de Paus = de Duivel?)
V staat voor de uiterlijke weg, XV staat voor de innerlijke weg.
V is de kerk/God, XV is de Duivel/Satan.
V is Jaweh, XV is Lucifer, de Lichtbrenger.
Op kaart V kijkt de Paus niet naar zijn volgelingen, hij kijkt naar Cupido, op kaart VI. De Paus laat de gelovigen aan hun lot over. De Duivel daarentegen kijkt recht naar voren.
Op kaart V zijn de Paus en zijn volgelingen niet met elkaar verbonden. De Duivel is wel met zijn volgelingen verbonden (ook al zijn het ketenen).
De Paus is de uiterlijke weg van dogma's. Als XV Lucifer is, de Lichtbrenger, staat hij voor de innerlijke weg, het innerlijk weten, de gnosis. Het "diepste" wordt gesymboliseerd door het beest.
V is een traditionalist, XV is een hedonist. In V mag niks, in XV mag alles.
V is de representant van God, XV en XVI is het huis van God/Duivel (la mason dieu, la maison diev).
V, XV, XVI: representant van God(Duivel), de Duivel en zijn "huis"
Als kaart V staat voor het geloof, dan is de Paus de verbinding tussen God en de bevolking; Op kaart XV zien we niet een verbinding tussen het volk en de Goddelijke macht , maar meteen de Duivel (direct contact).
Thema: knechten

6-14
De Geliefden staat voor samenkomen, de mannelijke figuur kiest tussen zijn moeder en zijn geliefde. We kunnen ervan uitgaan dat hij zal kiezen voor zijn geliefden. Kaart 6 staat voor trouwen, samenkomen, lichamelijk. Het samenkomen van het mannelijke en het vrouwelijke.
Bij kaart 14 zien we dat de weg vrij is gemaakt (na de Dood) om de elementen opnieuw met elkaar te vermengen, te mixen; om "nieuw leven" te creëren. De juiste verhoudingen moeten hierin worden gevonden. In kaart 14 zijn het de mannelijke/vrouwelijke elementen die samenkomen (om "nieuw leven" te maken, een nieuwe mens), bij kaart 6 gaat het om het letterlijk samenkomen van het mannelijke en het vrouwelijke. Bij kaart 6 kun je spreken over letterlijk een nieuw mens maken (geslachtsgemeenschap) bij kaart 14 zijn het de mannelijke en vrouwelijke elementen in de persoon zelf, die worden gemixt.
Thema: samenkomen/mixen

7-13
De Zegewagen staat symbool voor het ego. Ook Plato beschreef het ego in zijn werk als dat van een zegewagen, met een wagenmenner en twee paarden. In kaart 7 is het het ego dat moet worden opgebouwd. Om de buitenwereld positief tegemoet te treden is het van belang dat het ego zich zich goed ontwikkeld en een dominante rol speelt in het leven van de Dwaas. Op deze manier kan de Dwaas de moeilijke buitenwereld aan. Zonder een goed ontwikkeld ego zal de Dwaas zich niet staande kunnen houden in de maatschappij. Het ego moet over lijken  gaan, net als de wagenmenner letterlijk over lijken  gaat met zijn zegewagen. In de Zegewagen komt het thema dood  naar voren, immers, de wagenmenner wordt triomfantelijk binnengehaald door de plaatselijke bevolking na een gewonnen veldslag. Een link met kaart 13 wordt hier gelegd. Wanneer de Dwaas een bepaalde fase heeft bereikt en zich moet/wil richten op de geestelijke ontwikkeling, dan zal het ego, wat eerder was opgebouwd, moeten worden getransformeerd. Het opgebouwde ego moet aan kracht inleveren, om zo de geestelijke ontwikkeling "vrij spel te geven". Het ego moet worden "gedood", dat is de symboliek van kaart 7 en 13.
Thema: dood

8-12
Kaart 12 is een omkering van de waarden en normen zoals die golden in het “oude leven”.  Het is een andere manier van kijken naar de wereld. Er moet een andere weg ingeslagen worden, een ander pad moet worden bewandeld. Dat wil zeggen, de blik moet worden worden omgekeerd van buiten naar binnen.
Hiervoor is een offer nodig; voordat men zich kan toeleggen op het geestelijke, moet het uiterlijke worden opgegeven. (Op bepaalde edtities van deze kaart zien we dat er zakken geld (symbool voor het materiële) uit de zakken van de Gehangene vallen).
Bij kaart 12 heeft de Dwaas het gevoel dat hij vastzit, dat hij gevangen zit.
In de Middeleeuwen werden verraders ondersteboven opgehangen op dezelfde manier als de Gehangene. Een link met Gerechtigheid: de verrader wordt door de rechter veroordeeld.
Het ego ziet het als verraad wanneer het aan kracht moet inleveren.
Bij de Gehangene zien we een verticale omdraaiing. Bij Gerechtigheid is er spraken van een horizontale omdraaiing. Bij Gerechtigheid is er sprake van balans (hervinden), karma, oorzaak en gevolg, evenwicht. (dit is een horizontale omdraaiing). Wanneer we kijken naar de plek die Gerechtigheid inneemt: tussen 7 en 9: 7 is extravert, naar buiten gericht en 9 is introvert en naar binnen gericht. Gerechtigheid zorgt voor een buffer.  Het “teveel” bij 7 wordt gecompenseerd bij  9.
12 moet omdraaien om een evenwicht te komen, evenals in 8.
Bij de gehangene komt het hogere naar beneden om het lagere hoog te maken. In kaart 8 wordt een evenwicht bewerkstelligt, “zoals het hoort”.
Thema: omdraaien en evenwicht.

9-11
Bij kaart 9 gaat het om het terugtrekken van de buitenwereld naar de binnenwereld, letterlijk. Jezelf terugtrekken. We zien op de kaart dat de figuur alleen op een lege plek staat. Bij kaart 11 gaat het ook om een terugtrekking, maar dan wordt de blik van buiten naar binnen gericht. De leeuw staat symbool voor het innerlijk, het onderbewuste. Bij 9 gaat het om een uiterlijke terugtrekking, bij 11 om een innerlijke terugtrekking.
Thema:terugtrekking

10-21
De gelijkenis tussen deze twee kaarten is treffend: op beide afbeeldingen zien we een circel/ovaal. Bij Waite zien we de vier dieren aan de hoeken van de kaart. (Bij 10 zijn de figuren in het bezit van boeken, er moeten lessen worden geleerd, bij 21 zijn de lessen geleerd)
Bij kaart 10 gaat het om een omwenteling. Bij kaart 21 idem. Bij 10 gaat het om een gebeurtenis, bij 21 om een levensfase; het blijft echter een omwenteling.
De verlichting (21) is te vinden in het dagelijkse leven (10).
Thema: omwenteling

0-20
Bij de Dwaas gaat het om een nieuw begin. Bij het Oordeel gaat het ook om een nieuw begin. De Dwaas ontwaakt in de 20e kaart;  in het Oordeel ontwaakt de “nieuwe mens”.
De Dwaas ontwaakt; de wederopstanding van de Dwaas. De “oude mens” is getransformeerd naar de “nieuwe mens”.
Thema: ontwaken, het niewe begin.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten