donderdag 2 juni 2011

Inleiding


We onderscheiden -in de stortvloed aan tarotdecks- er drie die het meest bekend zijn; waarvan de 'Tarot de Marseille' de meest traditionele is, die van A.E. Waite het meest gebruikt en die van Aleister Crowley het deck van de meest controversiële persoon is.

De Marseille-tarot is zoals gezegd de meest traditionele, dat wil zeggen de tarot die in de loop der eeuwen -tot op de dag van vandaag- nagenoeg onveranderd is gebleven. Alle nadien verschenen tarotspellen zijn wat betreft symboliek, structuur en dergelijke, gebaseerd op de tarot van Marseille.

Halverwege de 15e eeuw zijn de eerste incomplete decks vervaardigd, dat wil zeggen het zijn de oudst gevonden tarotkaarten. Het zijn decks, vervaardigd door Bonifatio Bembo in Noord Italie voor de plaatselijke adel, de Viscontis, Sforzas en de D'estes. Deze kaarten (tweehondereenenzeventig in totaal) zijn nu verspreid over de diverse musea en universiteiten. Sommigen gaan ervan uit dat dit de prototypen tarotdecks zijn omdat er tot op heden geen oudere decks zijn gevonden, anderen gaan ervan uit dat er een ouder prototype is waarop de Viconti-Sforza tarots zijn gebaseerd, men is het hier nog niet over eens...

Rond 1500 werd de zogenaamde “Cary-Sheet” vervaardigd die vele gelijkenissen vertoont met de tarot van Marseille. Deskundigen geven aan dat deze sheet, aanwezig in de bibliotheek van de universiteit van Yale, het prototype is voor de tarot van Marseille.
De oudste Marseille tarots dateren van 1650, in de vorm van de tarot van Jaques Vieville en Jean Noblet. Tussen de 1500 en 1650 zit een groot gat; uit die tussenliggende periode zijn weinig decks gevonden, hoewel bijvoorbeeld de tarot van Mantegna, de tarot van Geofrey, de zogenaamde Charles de VI tarot, en de Sola Busca tarot enkele prachtige exemplaren uit die tijd zijn. Laatst genoemde is trouwens het meest complete deck dat ooit teruggevonden is, en stamt uit het einde van de 15e eeuw. Het deck is voorzien van titels en cijfers, wat niet vanzelfsprekend was; veel decks uit de 15e en 16e eeuw waren niet voorzien van titels of cijfers, of allebei. Bij de tarot van Marseille is dit wel het geval, cijfers en titels zijn aanwezig en blijven onveranderd tot de dag van vandaag, dat wil zeggen, de volgorde van de kaarten en de iconografie blijven hetzelfde.
Later zijn er bekende decks verschenen in de traditie van Marseille, zoals de tarot van Chosson (1672), Conver (1760) en Claude Burdel.

In de jaren 90 van de vorige eeuw kwamen Kris Hadar en ook Philippe Camoin ieder met hun eigen tarot van Marseille. Volledig in de traditie, maar wel met een eigen draai eraan gegeven. Beide auteurs gaan er prat op dat ze de tarot van Marseille in ere hebben hersteld door informatie die niet bij het grote publiek bekend was in hun tarot te verwerken; Camoin bijvoorbeeld is een nazaat van Nicolas Conver
( het huis/de uitgeverij van Conver maakt al ruim tweehonderd jaar volgens de zelfde traditie de tarot van Marseille) en zegt te beschikken over de originele mallen die zijn gebruikt voor de productie van deze specifieke tarot.

In de late 18e eeuw verscheen nog de tarot van Court de Gebelin, Eteilla en Eliphas Levi (hij heeft geen deck ontworpen maar heeft wel een grote invloed gehad op de theorieën van het onderwerp). Zij verbonden de tarot met het oude Egypte en het Hebreeuwse alfabet en de kabbala. Deze traditie werd populair onder de occultisten zoals Paul Christiaan, Oswald Wirth, Papus (Gerard Encausse), die eind 19e eeuw duidelijk hun stempel drukten op de esoterische wereld. Ook Aleister Crowley, een bekende occultist/magiër (1875-1947) vervaardigde zijn deck in deze traditie, en noemde zijn tarot zelfs de “Thoth-tarot”,getekend door lady Frieda Harris. Zij deed er vijf jaar over om de ontwerpen van Crowley zo nauwgezet mogelijk op papier te krijgen. Het bijbehorende boek “The Book of Thoth” kwam uit op 21 maart 1944 in een oplage van 200 gesigneerde exemplaren. Pas in 1969 zag de O.T.O.-editie in een grotere oplage het levenslicht (alsmede de uitgave van het daadwerkelijke deck). De O.T.O. was een occulte organisatie die begin van de 20e eeuw werd opgericht in Duitsland en waarvan de leringen een mengsel waren van oosterse mystiek, sexmagie ( een soort tantra), rituele magie en vrijmetselarij. In 1912 kreeg Aleister Crowley de leiding over alle Engelssprekende loges van de O.T.O.  of 'Ordo Templi Orientis'. Midden jaren 20 roept Crowley zich uit als hoofd van de orde over de hele wereld, wat hij tot zijn dood in 1947 blijft.
Crowley kwam voor het eerst in aanraking met het occulte en met rituele magie in de “Order of the Golden Dawn”, een occulte organisatie die in 1888 het levenslicht zag en opgericht werd door MacGregor Mathers, William Wyn Westcott, en Robert Woodman, allen vrijmetselaars uit die tijd. Bekende namen van de orde zijn W.B. Yeats, Arthur Madchen, Maud Gone en Florence Farr.

Deze zeer interessante (en turbulente) geschiedenis van de Golden Dawn en de invloed die deze orde heeft gehad (en nog steeds heeft) is te complex om in dit boek te beschrijven. Er zijn verschillende werken verschenen die deze geschiedenis beschrijven, onder andere de boeken van Ellic Howe, Darcy Kuntz, Ithell Colquhoun en natuurlijk Israel Regardie een bekende occultist uit de 20e eeuw.

Crowley werd in 1898 geinitieerd in de orde en ging rap door de verschillende graden. Door allerlei omstandigheden werd Crowley (onder andere door zijn te grote ego en radicale ideeën) uit de orde gezet. In 1905 begon hij zijn eigen orde: de A.A., de orde van de Zilveren Ster. Deze orde gaf twee maal per jaar “The Equinox” uit, dikke boekwerken die Crowley in eigen beheer uitgaf en alle facetten belichtten van de de verschillende esoterische tradities.
Hoewel de kaarten van de Crowley-tarot werkelijk prachtig zijn ~het lijken wel miniatuur schilderijen~ hebben ze weinig van doen met de officiële traditie van de tarot van Marseille.
Crowley, die door zijn (te) grote ego dacht alle wijsheid in pacht te hebben had veel veranderingen aangebracht en verbond de tarot dus met het oude Egypte. Deze variant is erg populair onder de liefhebbers van de tarot, mede door de prachtige prenten, maar ook omdat Crowley nog steeds enorm tot de verbeelding spreekt.

Een andere beroemde, zo niet de beroemdste “telg” uit de Golden Dawn traditie is toch wel Arthur Edward Waite (1857-1942). Ook hij had zijn roots in de Golden Dawn en begon later zijn eigen occulte ordes, The Independent and Rectified Rite (1903) en The Fellowship of the Rosycross (1915), alle “geboren” uit de Golden Dawn.
Waite verschilde enorm van Crowley, ook wat betreft persoonlijkheid. Waite de erudite, misschien wel saaie, belezen en rustige mysticus tegenover de rauwe en scherpe persoonlijkheid van Crowley, met zijn te grote ego, die deed aan sexmagie, bisexueel was, hoeren gebruikte om zijn sexmagie mee te “delen” en drugs gebruikte (Crowley werd verslaafd aan herione, zo ongeveer de laatste 30 jaar tot aan zijn dood in '47). Waar Crowley zich meer aangetrokken voelde tot de “zwarte”, donkere kant van de mystiek, voelde Waite zich (en zeker naarmate hij ouder werd) meer aangetrokken tot een esoterisch Christendom. De latere orden waarvan Waite het hoofd was verschilden daarom ook enorm van de Golden Dawn; hij schrapte de rituelen en het magische aspect en vormde het om naar een meer christelijk georiënteerde esoterische leer.
In 1910 verscheen “zijn” tarot, tot op de dag van vandaag het meest populaire tarotdeck, de "Rider Waite", genoemd naar (natuurlijk) de geestelijk vader en de uitgever van het deck (Rider). Door tarotliefhebbers wordt het deck vaak het RWS-deck genoemd, Rider, Waite Smith deck. De illustrator van de kaarten was Pamela Colman Smith, een kunstenares uit die tijd die een geheel eigen stijl van tekenen had. De figuren op haar tekeningen lijken soms op figuren uit een stripverhaal, met een vleugje Art Nouveau. De reden waarom dit deck tot op de dag van vandaag zo populair is komt mede door het feit dat alle kaarten van het deck zijn geïllustreerd, in tegenstelling tot alle overige decks, waarvan alleen de Grote Arcana is geïllustreerd. Dit maakt het voor beginners makkelijker om de kaarten “te lezen”. Sommige kaarten zijn rechtstreeks ontleend aan de eerder genoemde Sola Busca tarot (eind 15e eeuw), ook in deze uitgave zijn alle kaarten (als enige) geïllustreerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten